Van de regen in de drup: de pijlen van ziekte en verzet

Met de griep is het een beetje zoals dat gezegde ‘van de regen in de drup’. Zodra je eenmaal ziek begint te worden, komen er al snel randverschijnselen bij zoals teleurstelling (why me?) en een zwaarmoedig verlept gevoel. Nee hè, dit wordt toch géén lamlendig stukje over griep!? Nee, beloofd.

Je weet; als je eenmaal in dit lichaam geboren wordt dan kan het niet anders of je wordt wel een keer flink verkouden, ziek of oud. Een onvermijdelijke steek in je keel, daar begint het mee. De Eerste Pijl raakt je. Au. Pijn! Niet lang daarna een gedachte als; ‘Ik ga toch niet ziek worden he? Dit komt echt slecht uit!’ Daar is-ie: de Tweede Pijl. Nu heb je niet alleen de fysieke pijn van de doorzettende griep, maar zit je ook opgescheept met de frustratie, de angst en de zorgen.

In het Boeddhisme verwijst dit naar de beroemde parabel van de Twee Pijlen: de Eerste – fysieke pijn – is onvermijdelijk. De Tweede – de  mentale reactie erop – komt uit jezelf. ‘Waarom nu? Van wie heb ik dit? Zo oneerlijk!’ De pijlen volgen elkaar in rap tempo op, en voor je het weet heb je 5% keelpijn en 95% zorgen! Dat is pas echt van de regen in de drup, en ondertussen pak je de ene na de andere paracetamol en honingdrop om je gemoed en keel te smeren. ‘Ik wil me goed voelen,’ dat is het enige wat je wenst, want je weet wat ze zeggen; als je gezond bent, wil je van alles, als je ziek bent maar één ding.

Voordat je het weet staat het dartbord vol pijnlijke pijlen, maar is de eigenlijke fysieke pijn bést te verdragen. Ook die buikpijn van teveel honingdrop kun je beter verdragen zonder de kopzorgen erom, wanneer je opmerkt dat de pijlen met verzet uit je eigen boog komen. Daaag Tweede Pijl, ik heb niets aan je, je voegt niets positiefs toe aan mijn huidige situatie, ik heb alleen maar griep en verdraag het door te ademen, want ik weet dat het weer voorbij gaat. Ik geef me over, ben lief voor mezelf.

Zodra je al puffend en snotterend van de koorts erkent dat je zèlf de Tweede Pijl op je boog spande, ontstaat ruimte. Zelfs midden in de griep is lijden optioneel. Net als dat 6e honingdropje (maar toch neem ik ‘m).

Deze column verscheen eerder als nieuwsbrief van BuddhaSeads, de Boeddhistische tak van yogastudio Yogaseads, waar ik maandelijks voor schrijf.


Vorige
Vorige

Taal is ook mijn ding

Volgende
Volgende

Hoe AI de mens helpt aardiger te zijn